Altijd als ik even snel om een boodschap moet wil Sterre mee. “mag’k dan stiekem voorin pap?”, vraagt ze steevast. “nou, ok dan maar als er een politieauto komt….”, “bukken!” vult ze me lachend aan. Ze legt haar linkerhandje op de schakelpook, dat doet ze dus ook altijd. “schakelen we samen pap?”. “tuurlijk meid, we schakelen samen”. Eenmaal onderweg hoor ik ineens, “pap, je rijdt niet goed”.
Nu dacht ik dat ik het redelijk kon en kijk haar dan ook niet begrijpend aan. “waarom niet lieverd?” vraag ik haar nieuwsgierig. “de smiley kijkt niet blij en dan rij je niet goed”. “Oh, ja je hebt gelijk, sorry hoor”. Een klein stukje verder hoor ik ineens “plingg”vanuit mijn broekzak. Bewust laat ik hem waar hij is en als ik bij een stoplicht moet wachten haal ik mijn telefoon uit mijn zak. Ik schuif het ding open en hou hem wat hoger zodat ik m’n berichtje kan lezen en tegelijkertijd het stoplicht in de gaten kan houden. Met een schreeuw wordt ik uit mijn diepe concentratie gehaald door mijn dochter die naar een bord wijst aan de kant van de weg, “je mag hier geen foto’s maken pap!”