“Broodjes meneer?” vraagt de Turkse man vriendelijk en pakt alvast een plastic tasje. “Ja graag twee kleine stokbroodjes en twee bakjes aardbeien”. Ik zet de bakjes op de balie en pak alvast mijn portemonnee. “de aardbeien zijn halve prijs meneer” zegt hij weer vriendelijk, en ik bekijk ze nog eens goed om er achter te komen waarom ze afgeprijsd zijn maar kan geen reden vinden. Ik zie dat ik te weinig “cash” bij heb en geef aan te willen pinnen. “apparaat is kapot meneer, kan niet pinnen”. Ik geef aan dan wel even naar de bank te rijden om er wat uit de muur te trekken maar dat wil hij niet. “neem maar mee, komt wel een andere keer” zegt hij, nog steeds lachend. Eigenlijk vind ik het niks, ook al kom ik er regelmatig en besluit dan ook de spullen wel mee te nemen, hem vooral erg te bedanken voor het vertrouwen en hem zo meteen toch maar te verassen met zijn broodnodige geld. Na het pinnen rij ik meteen terug naar mijn “buurtbakker” en geef hem het geld. Heel verwonderd pakt hij mijn geld aan en ik moet nog 50 cent terugkrijgen. Als hij dat wil pakken zeg ik, “laat maar, dat is voor het vertrouwen” en wil weg lopen. Hij roept me terug en geeft me nog een stokbrood, gewoon zomaar. “da’s voor u meneer” zegt hij, nog steeds en breed, lachend.
Betaal ik daar nu altijd veel te veel of vindt ie me echt een aardige kerel?