Vandaag was ik eens een uitzonderlijke keer met mijn dochtertje alleen op pad. De rest zat bij Dosko dus we hadden tijd genoeg voor meerdere leuke dingen. Lekker naar de speeltuin geweest en daarna bij Het Strandhuys op het terrasje gezeten. “Mag ik even naar het water pap?”, vraagt ze lief terwijl ze al half over de betonnen rand hangt. “Tuurlijk lieverd, maar oppassen he” preek ik helemaal verliefd en ze huppelt weg in het heerlijke zonnetje. Binnen een minuut heeft ze contact met een meisje die haar Duitse Herder in het water probeert te krijgen. Het beest heeft er duidelijk geen zin in, doet een paar stappen in het water, rolt vervolgens wat door, waarschijnlijk zijn eigen, stront en rent terug naar het tafeltje naast me. De bazin heeft blijkbaar ook niks meer aan de waterkant te zoeken en keert terug, scherp gevolgd door mijn dochter. Eenmaal terug zie ik dat ze een lange veer in haar hand heeft. “kijk es pap, een echte veer, van een echte vogel” en laat me trots haar “schat” zien. Het is inderdaad een mooie veer. “Ik denk dat ik die vogel heb gezien daarnet, die van die veer”, probeer ik haar wijs te maken. “Ja, echt niet, je oma” zegt ze lachend. Ik ga nog even verder met mijn fictieverhaal door te vertellen dat ik een vogel de hele tijd rondjes zag vliegen en dat dat kwam omdat hij een veer miste uit zijn vleugel. Ik bespeur wat ongeloof in haar gezichtje terwijl ze naar haar veer staart. Dan pak ik de veer en houd hem vast als een pen. “kijk, heel vroeger schreven ze met veren, dan maakten ze er een pen van” , probeer ik haar te leren. Iets minder ongelovig pakt ze de veer weer uit mijn hand en bestudeert het ding nog eens grondig. “Ja, deze ook” zegt ze met een wijze frons, “kijk maar pap, er zit een gaatje in, daar heeft de pen gezeten, vroeger”.
Als we hand in hand naar de auto lopen zie ik haar nog steeds denken. We stappen in en ze kijkt me aan, “hier ga ik echt een hele mooie oude brief mee schrijven als we thuis zijn pap, speciaal voor jou”