Morgen moet de knoop door, het duurt al veel te lang,
ze zou niks liever willen maar de wil is nog te bang.
Het duurt al veel te lang nu, het eind al lang voorbij,
de beurt is aan haarzelf, maar niemand aan haar zij.
Geen steun of lieve woorden, geen schouder en geen arm,
al lang geen lieve kus meer, de kachel houdt haar warm.
Ze moet de stap eens maken, het rondjes draaien zat,
maar kan de kracht niet vinden, bang voor het grote gat
Morgen moet de knoop door, nu echt en wel meteen,
ze zou niks liever willen, maar kan nog nergens heen.
Het duurt al veel te lang nu, het kan niet verder stuk,
de beurt is aan haarzelf, in haar hoofd die grote druk.
Geen steun of lieve woorden, alleen die op de chat,
al lang geen lieve kus meer, altijd alleen naar bed.
Ze moet de stap eens maken, een duwtje in de rug,
maar kan de kracht niet vinden, ze wil ook niet terug.
Huilend valt ze weer in slaap, alleen dan heeft ze rust,
dromend van die man met paard, die haar wakker kust.
Morgen moet de knoop door, morgen misschien…