Brullend van genot razen we in de 911 van m’n maatje Jacco door een smal straatje in Wuustwezel. Tussen de huizen door kijken wat koeien verschrikt op van het kabaal. Op een wat breder stuk naderen we verkeerslichten en komen hevig remmend tot stilstand naast een Belgische Peugeot. Ik kijk naar rechts en zie de man in de wagen mij aankijken. Minachtend kijkt hij naar onze wagen en weer terug onze kant op. Ik kijk op mijn “allerarrogantst” terug en knik met mijn hoofd. “Wat moet je dan joh”, mompel ik. Hij verstaat me niet maar ik zie in zijn ogen dat hij me begrijpt. Ik stoot Jacco aan die inmiddels ook de Belgenman heeft opgemerkt. “Wat moet ie dan?”, vraagt hij aan mij. “Geen idee”, zeg ik, “maar hij kan ze krijgen wat mij betreft”. “Wat een lul joh, wat moet ie dan”, zegt Jacco weer en vraagt me wat we er mee doen. Ik laat mijn raampje zakken en de Belg doet hetzelfde. Hij zit inmiddels uitdagend te lachen en Jacco gooit z’n deur open, springt uit de auto en loopt achterom richting de Peugeot. Meteen spring ik er ook uit en samen duiken we op de auto af. Net als we zijn deur open willen trekken roept er iemand “stop!”
We stoppen dan ook allebei en lopen naar de man die tussenbeide kwam. “En?” vraag ik geinteresseerd, “was het goed?”. “Ja hoor, perfect, het staat er op” zegt hij en legt zijn camera weg. “We doen het nog een keer voor alle zekerheid”
Acteren is iemand zijn die je normaal niet bent. Gelukkig maar…