Ik lig lekker in de bank als Sterre(7) naar me toe komt met een pen en papier in haar handjes. “Wilt u wat drinken meneer?”, vraagt ze als een ervaren serveerster. Ik doe natuurlijk mee en bestel een koffie. “Wilt u daar nog iets bij meneer?” Ik denk even na en vraag om de kaart. Ik kies een koekje van het blanco a4’tje. “Uw bestelling komt er aan hoor”, zegt ze vrolijk en loopt weg. “Neem zelf ook maar iets”, roep ik haar nog na, maar weet niet of ze het hoort. Sneller dan in de meeste gelegenheden is ze terug met mijn lekkernijen. Ook mijn zoontje More(12) geeft zijn bestelling op en heeft het eveneens, zij het half zogenaamd, snel op tafel. We genieten van de traktaties en ik geef aan dat ik graag af wil rekenen, wetend dat ze op dat deel van haar “act” staat te wachten. “Ik maak de rekening even hoor”, zegt ze en loopt weg. Dit duurt wat langer dan het bakken van friet met kipnuggets en zetten van overheerlijke koffie. Ik krijg de rekening gepresenteerd, netjes gescheiden per persoon. “Jij moet zelf betalen” zegt ze tegen More. Ik kijk op mijn bon en zie er een “Taksi” bij staan. Ik maak haar duidelijk dat ik helemaal geen Taksi heb gedronken. “Nee dat klopt meneer, die kreeg ik toch van u?”, zegt ze bijdehand. Ik kan mijn lach niet houden en kijk nog even naar de bon. Ik zie dat ze te weinig heeft gerekend. Ik besluit haar maar niet op haar “optelfout” te wijzen maar geef een dikke, fooi. Aangezien het “zogenaamd” geld is zeg ik erbij hoeveel ik geef. “Da’s te veel hoor” zegt ze wijzend naar mijn bon. “Laat maar zitten lieverd, da’s om je kasverschil van vanavond aan te vullen”
Blij loopt ze weg, knijpend in haar fooi…