Rustig en in een jolige bui sta ik te wachten voor rood. Er steken wat mensen over waaronder als laatste in de rij twee oude vrouwtjes. Ik heb momenten dat ik meteen zeg wat ik denk. Nu had ik een denk-doe momentje. Als ze mijn auto passeren laat ik mijn koppeling een heel klein beetje opkomen en geef wat gas. Eén van de dames schrikt enorm en stopt. Ze kijkt me kwaad aan en roept: ‘Nou, rij dan!.’ Ik weet me geen houding te geven en glimlach naar haar in de hoop dat ze ‘snel’ doorloopt. Helaas voor mij blijft ze staan en gaat door. ‘Nou, als je zo’n flinke vent bent, rij dan!’, roept ze en ik voel me niet meer op m’n gemak. Er stoppen wat voorbijgangers die het voorvalletje niet hebben meegekregen en vragen haar wat er aan de hand is. Ze praten wat met elkaar en kijken allemaal mijn kant op. Al zou ik willen, dit krijg ik niet meer uitgelegd aan de hulptroepen. En zo wel, vindt niemand het een leuk grapje. Dat doe je ook niet bij oudere mensen. Misschien wel helemaal niet. Het is intussen voor de tweede keer groen en het groepje is al discussiërend wat naar de kant gelopen. Ik zie mijn kans en rij weg. Ik kijk nog naar de vrouw die me kwaad nakijkt.
Ze had gelijk en ik was een eikel…