In het voorbijlopen zie ik haar zitten. Op leeftijd maar een erg verzorgd en knap dametje. Haar rollator staat naast haar geparkeerd. Ik kan mijn nieuwsgierigheid weer eens niet bedwingen.‘ Even rusten mevrouw?’.
Ze kijkt me aan en lacht me lief tegemoet. ‘ Ja, ik kan het nog wel hoor, maar moet tussendoor echt even zitten’. Ik schuif bij. ‘ Zo oud bent u toch nog niet’, speel ik. ‘ Nou, wat denk je?’ , zegt ze en ik zie dat ze het graag wil horen. Ze weet het ook. Ze oogt zeker niet de 96 jaren die ze al bereikt heeft. Ze praat netjes gearticuleerd met een half verborgen Zeeuwse tongval.
‘ Ik heb de hele dag op die vent met z’n medicijnen zitten wachten’, zegt ze ineens. Als ik vraag of ze niet bij benadering kunnen zeggen hoe laat ze komen schudt ze druk haar mooie hoofd.
‘ Nee, dat weten ze niet zeggen ze. Maar ik zei nog tegen die man dat als je ’s morgens je auto aan het laden ben, je toch ook wel weet waar je eerst heen gaat en waar je het laatst komt?. Ze doen net of je gek bent’. Ik merk op dat het wel vervelend is om een hele dag door het raam te zitten kijken of dat autootje er al is.
‘ Ja, en ik zie het ook niet meer zo goed’. Op de vraag of haar ogen slechter aan het worden zijn schuift ze wat dichter naar me toe. ‘ Ik zie met een oog 20 en het andere 30 procent. Da’s niet zo veel he, maar bij elkaar toch 50%, en dat is toch nog de helft’. Ze lacht er om.
‘ Het kan me niet schelen hoor, ik ben toch al zo’n beetje aan het eind gekomen’. Ik schrik een beetje. ‘ ja, 96 is toch een mooie leeftijd?’.
Ik beaam het maar vind dat ze toch nog wel een tijdje ‘ bij ons’ moet blijven. We hebben het over mijn moeder en ik bemerk wel wat overeenkomsten in de wijze van denken. Ook zij wil zoveel mogelijk blijven doen zonder hulp. Laat me maar sukkelen. Het kost moeite maar het houdt de stramme botten nog een beetje soepel. Mijn moeder wil ook zo weinig mogelijk hulp. Ze was laatst bij de dokter en vroeg om uitleg.
‘ Zou u de volgende keer niet iemand meenemen?’, vroeg de dokter onbeschaamd omdat ze het niet meteen begreep. ‘ Nee dokter’ , had ze gezegd, ‘ die persoon gaat weer gewoon naar huis als ik thuis ben, u moet het mij uitleggen’. De dokter had haar gelijk gegeven.
‘ Ik ben niet verplicht dement omdat ik toevallig wat ouder ben he’, zegt ze en lacht weer.
Je wordt zo makkelijk aan de kant geschoven, alsof alle bejaarden gek en de weg kwijt zijn’. Ik geef haar een hand die ze meteen gebruikt om op te staan. ‘ Bedankt voor het praatje meneer, nu kan ik weer wel even’.
We lopen samen de winkel in en terwijl ze een display omver rijdt grabbelt ze naar een mandje. Ik wil erheen om te helpen maar denk gelijk aan wat ze zei. Laat me maar…