Een jong meisje loopt me tegemoet in een zwarte sweater. ‘Boogie Down Family’ staat er op met vette witte letters.
Het klopt ook wel want ik voel het vrijwel meteen. Het waart door de zaal van Gebouw T. Een walm van saamhorigheid. De liefde voor het eigen kind, maar zeker ook voor die van een ander. De liefde voor dansen. Plezier en respect is af te lezen van de vele vrolijke en soms gespannen gezichtjes. Als ik Sterre bij de ingang loslaat wordt ze opgeslokt door HipHopMonster. Het virus heeft zich ingenesteld en zal er, hopelijk, voorlopig nog wel zitten.
In de volle zaal biedt een aardige Tholense HipHop vader me een lege stoel aan. ‘M’n zoontje neem ik wel op schoot zo meteen’, zegt hij vriendelijk. Mooi. We komen uiteindelijk allemaal voor hetzelfde. Dat is me wel een biertje waard. Ouders om me heen wijzen hun dochter of zoon aan. ‘Kijk, da’s de mijne’, zegt een moeder naast me. Trots lachend filmt ze haar kleine idool. Boogie Down groeit. Niet alleen de locaties, dansers en danseressen, maar zeker ook de kwaliteit van dans. Mooi om te zien hoe de hechte groepen steeds beter worden. Van de allerkleinsten is er maar een danseresje op komen dagen. Ze zou het spits afbijten maar durft niet. Ik sta er eigenlijk van te kijken. Wat voor mij Boogie Down zo bijzonder maakt is het schroomvrij maken van de jonge dansers en danseressen. Na het zien van prachtige optredens van haar collega dansers doet ze het toch, samen met Ivana. Ze geven een geweldige show en we genieten. Natuurlijk van de dans, maar meer nog van het lef. Knap. Publieksprijs als verdienste. Er volgen prachtige shows van demo en wedstrijdgroepen. Jaloers schiet ik meermaals vol. Je zal dit kunnen. Durven. Meisjes zijn vrouwen. Danseressen atleten. Topsport in een glanzende cadeauverpakking.
Afwijkende eend in de bijt is Tommy Heeffer. Tommy hield het voetballen voor gezien en verkocht zijn ziel aan de dansschool. Wat ik al dacht en later ook hoorde is dat het een bijzonder talent is. Geen middelbaar maar dansacademie. Een droom, een missie. Respect. De immer vrolijke Rosie blinkt uit. Met haar voortreffelijke en perfect getimede mimiek heeft ze al een wapen in handen. Haar dansen doet verbazen. De jury staart met een brede grijns en geeft haar het voordeel. Zonder twijfel. Wat de allerkleinsten al kunnen en laten zien is bizar. Het gevoel voor ritme. Het onthouden van de choreografie. Het uitbeelden van het gezongen verhaal en het plezier op de gezichtjes doet me smelten. Stiekem loeren ze tussendoor naar ouders in de zaal terwijl het steeds donkerder wordt. De sterren van de hemel. Terwijl de ‘oudere’ groepen volgen gaat het niveau, automatisch’ omhoog. Wedstrijdteams op wereldniveau. Een genot om naar te kijken. Tv waardig. Het publiek leeft op en mee. Bij iets moois wordt er spontaan gefloten en geroepen. Net als op een trainingsavond staan ze elkaar bij. Vanaf het podium, balkon en vanuit de zaal wordt de vriendschappelijke band rondgezwierd. Liefde.
Geen trieste gezichten als de prijzen van de hand gaan. De gunfactor is groot. Heel groot. Voor mij hebben ze allemaal gewonnen. Blij verlaat ik de zaal. Blij met mijn vrolijke dochter. Blij met Boogie Down. Bij de deur laat ik per ongeluk Sterres rode zakdoek vallen. Terwijl ik hem opraap denk ik aan Volkan, Ivana en Michiel. Een diepe buiging voor Boogie Down. Buiging voor jullie…