Je hoort de storm wel razen, maar raakt er aan gewend
dan klapperen de ramen, je denkt dit is het end
Maar je weet het gaat weer over, de rust en je bezint
bekende stilte voor de storm, tot het waaien weer begint
De wind beukt als nooit tevoren, de ramen bijna stuk
angstig duik je in elkaar, waar is toch dat geluk
In een stilte sta je op en pakt je spullen vlug
het besef, de mooie tijd, die rust komt toch nooit terug
Op zoek naar mooier oorden, geen spijt en geen berouw
bang nu voor het stille tij, dat het weer keren zou…