Molengeluk

Het feest bij de molen. De zusjes beroemd en mooi alle drie, begeerte van velen, maar ik aan de kant. Verlegen verscholen.
Hij wist het heel goed. Stoer, beetje macho. Eentje verliefd, schuifelend heen en weer. Verzamelend moed.
Ze gooit zich naar voren. ‘Je bent knap’, probeert ze. Hij lacht, ‘ja ik weet het’. In trance blijft ze staren, haar hartje verloren.
Ik zie haar nog staan. Met blinkende ogen. In mijn gedachten, zijn ze nog samen. De eeuwige liefde moet ergens bestaan…