Strijd tegen het lot


Bij het binnenkomen valt hij me meteen op. Door zijn niet te missen lange gestalte en markante hoofd steekt hij boven bijna iedereen uit. Ik observeer hem een tijdje terwijl ik denk aan de manier hoe ik hem zal gaan benaderen. Normaal gezien spreek ik redelijk makkelijk iemand aan, maar nu voelt het anders. Eng bijna. Het is druk in de zaal en ik zie dat Peter maar met moeite zijn aandacht weet te verdelen onder de vriendenschaar van hem en de andere bandleden. Ongewild misschien, maar de grote en trouwe vriendengroep lijkt extra begaan met de Rockabilly verslaafde ‘Contrabastovenaar’. Natuurlijk weet inmiddels iedereen van zijn zorgwekkende fysieke toestand. Iedereen zou alles voor hem willen doen, maar dat gaat niet. Helaas, maar zo werkt het nu eenmaal niet in het leven.

Op het podium is hij zichtbaar even alles kwijt. Opgaand in de muziek zijn er even geen zorgen en schuift hij alles als een bureaublad naar de achtergrond. Eerst muziek maken voor zijn geliefde vrienden en in het bijzonder voor de jarige Jolanda die vanavond de 50 aantikt. Peter geeft zijn alles, altijd en overal. Eigenlijk heeft hij al een dubbel leven achter de rug. Veel en hard gewerkt om zijn bestaan de juiste vorm en de zorg voor zijn naasten te kunnen geven. Mooie momenten, maar zeker ook duistere tijden tekenen zijn dagboek. Emotioneel en soms net iets te hard. Natuurlijk heeft hij ‘volle bak’ genoten van zijn soms wat losbandige leefstructuur, maar evengoed ook gehuild om de dingen die hij kwijtraakte. Zijn dochter werd jarenlang van hem weggehouden en ook moest hij zes jaar geleden zijn zo geliefde vrouw door een plotseling hartfalen laten gaan. Hard kan het zijn en ik besef dat de ellende haast nooit gelijkelijk wordt verdeeld. Ik voel me bijna schuldig.

Peter Wielemaker heet hij voluit. Hij leeft hard en vol, maar weet als geen ander dat het allemaal heel betrekkelijk kan zijn. Nog niet zo lang geleden werd er prostaatkanker bij hem geconstateerd met uitzaaiingen naar onder andere zijn ribben. Het is eigenlijk al veel te ver allemaal. De prognoses zijn ronduit belabberd. Peter is en blijft ondanks dit vreselijke nieuws bizar positief. Hij heeft wat dat betreft zijn karakter mee. Hij relativeert makkelijk en is ongekend nuchter als we het over zijn ‘situatie’ hebben. ‘Ik ben altijd al een heel positief persoon geweest. Dat is nu ook wel een beetje mijn mazzel denk ik’, lacht hij. Hij lacht, terwijl ik het gevoel heb dat ik misschien alleen nog maar zou huilen. Zo werkt het niet bij Peter. ‘Als je opgeeft is het helemaal zo gebeurd’, zegt hij wijs en zo is het ook. Hij werkt nog steeds, maar de tijden zijn inmiddels wel gereduceerd naar halve dagen. ‘Ik heb nog even en daarbij gaan de medische ontwikkelingen gelukkig hard vooruit, dus wie weet wat er nog mogelijk is in de toekomst’. Moedige woorden van een innerlijk versleten en gebroken man.

Zijn huidige vrouw steunt hem in alles. ‘Ik ben haar zo dankbaar voor alles wat ze voor me doet. Ze heeft me zelfs geholpen met het verwerken van het verlies van mijn eerste vrouw’. Ook zijn dochter en haar man staan altijd voor hem klaar en maken onbewust de verloren tijd meer dan goed. Ik zie hoe ze naar haar vader kijkt. Pure liefde zonder betoog. Peters omgeving heeft met hem te doen, maar hij geeft hen geen kans hun medelijden te uiten. Meehuilen is uit den boze. ‘Natuurlijk heb ik gejankt toen ik het slechte nieuws te horen kreeg. Dagenlang. Mijn wereld stortte in, maar ik heb toen wel geleerd dat liefde veel overwint en helpt bij de verwerking van de ellende in je leven’. De opvang van mijn vrouw, mijn dochter en schoonzoon en de grote groep vrienden hier in de zaal hebben de kracht gegeven me hier overheen te zetten om ten volste te kunnen genieten van de tijd die ik nog heb. Alleen God weet hoe lang dat nog mag’.

Peter speelt twee lange sets. Misschien zijn ze inclusief de 4 toegiften wel iets te lang, maar hij zal nooit opgeven. Ook nu niet. Het water loopt van zijn voorhoofd en druppelt op de voorkant van zijn trouwe contrabas. Zijn kuif zakt in van het zweet en zijn blouse plakt aan zijn lijf als een tweede huid. Alles geven. Altijd. Tijdens het laatste nummer gaat de bas van het podium af. Het ding gaat zijdelings op de grond en terwijl Peter al bassend op de zijkant zit, vormen de overige bandleden een kring. Een eerbetoon. Zijn moment, zijn solo. Het publiek vormt al klappend en dansend een dikke haag om de artiesten heen. Kippenvel. ‘Ik moet het wel altijd bekopen’, lacht hij nahijgend van de laatste sessie. Sinds ik geen bier meer drink hou ik het wel langer vol, maar morgen ben ik helemaal gesloopt’. Het herstel duurt steeds langer maar dat is het hem helemaal waard. Zijn waardeloze en vooral oneerlijke lot spookt constant door zijn en nu ook mijn hoofd. Er is nog zoveel om voor te leven. Zoveel te genieten. Ik volg hem nog een tijdje in de menigte en even bekruipt me het rare gevoel dat ik hem liever niet had leren kennen. Een prachtig mens met een gouden hart.
Blijf sterk Peter…