Het is waar. De ouderdom laat steeds meer sporen na. Uiterlijk tot daar aan toe, maar met het lichamelijke deel heb ik meer last. Ik kan alles nog wel, maar het kost me tegenwoordig zeker dubbel zo veel moeite een voorheen simpele klus te klaren. Het is niet erg. Het is niet anders. Ik ben geen klager. Het heeft geen zin en daarbij is het voor een ander ook erg vervelend. Toch loop ik al en maand met een pijnlijk knie. Het is vervelend als ik werken moet, maar ook liggend in bed zeurt de pijn door, dus besluit ik toch maar te bellen. Een altijd vrolijke Willem Verbruggen neemt op. Ondanks zijn steeds drukker wordende programma, weet hij me toch ergens tussen te wringen, zodat ik op korte termijn geholpen kan worden. Praktijk54. Ik was er al een keer eerder, maar toen voor mijn crossende zoon. Na drie maanden lies pijn zijn we toen ook ten einde raad naar het voor ons verre Hegelsom gereden, met verbluffend resultaat!
‘hun soort’
Als ik in de wachtruimte zit merk ik dat ik gespannen ben. Nu is het een
keer voor mezelf en dat is toch weer anders. Al snel mag ik naar binnen
waar ik kennismaak met een van Willems rechterhanden, Roy Hoeijmakers.
Roy, zelf verwoed crosser, staat Willem bij in de vorm van
fysiotherapeut. Roy komt al wat jaren bij Willem over de vloer. Veelal
in zijn eigen belang, want een crosser heeft zo wel eens wat. Na verloop
van tijd bleek dat Roy, die medisch meer dan goed onderlegd is, tekenen
vertoonde van diezelfde genezende kracht. Juist omdat de spoeling van
‘hun soort’ redelijk dun blijkt, probeert Roy zoveel mogelijk van de
kennis en ervaring van Willem, die dit inmiddels al 42 jaar doet, te
gebruiken. Er zijn veel sportblessures, dus er is veel werk. Voor Willem
alleen is het eigenlijk te veel. Niet alleen qua uren, maar ook wat
betreft de inspanning. ‘Na een dag werken ben ik echt moe en in sommige
gevallen draag ik zelfs nog en tijdje de ‘overgenomen klachten’ met me
mee, wat ook erg vermoeiend is’.
Vanaf de zijlijn
Willem werkt op afstand en dat is erg apart. Dat wil zeggen dat hij je
zelf niet aanraakt. Nooit. Medisch gezien is het ook bijna onacceptabel,
maar ik laat het gebeuren. Roy zoekt de zere plekken en Willem
behandelt me vanaf de zijlijn, vanuit zijn stoel die tegen de muur
staat. Het is alsof hij denkbeeldig de spieren, pezen en banden beetpakt
en masseert. Het blijft een vreemde gewaarwording. Na een beenonderzoek
van drie kwartier vraagt hij me te gaan staan. Ik sta op en voel niks
meer van de eerdere pijn. Een uur geleden was mijn, normaal beste, knie
nog de slechtste en dat baarde me zorgen. Nu is alles weer zoals het
was. Zoals het hoort.
Het is niet eng. Het doet geen pijn en is tevens niet te bevatten, maar dat hoeft ook niet. Gelukkig was ik al, maar ben nu vooral blij. Geen pijn is erg fijn…