Help

Een ‘mannenhuis’. Het klinkt grappig, maar is eigenlijk gewoon een bende. Altijd. Ik woon samen met een zoon van 15 en één van 26. Ze passen hier zo goed, omdat ze veel van mijn karakter hebben. We hebben allemaal dezelfde humor wat een gezellige, ontspannen en hechte band schept. Ook wat van mijn onhebbelijkheden kregen ze mee. Ik ben in de loop der jaren wat dat betreft gelukkig wel wat veranderd. Ouder geworden en wijzer. Wijzer in de zin van gevallen builen en geleerde levenslessen. Als ‘oudste’, dien ik natuurlijk de regels te bepalen in ‘huize Heijt’. Die hebben veelal te maken met het opruimen van eigen bende. Zo nu en dan schiet ik uit en ben ik er helemaal klaar mee. Ik roep ze samen en geef ze ieder hun portie vet. Ik vertel ze eerst hoe blij ik met ze ben en waar hun talenten liggen. Daarna speel ik het op gevoel. Iets met respect en te weinig wederzijds. Ondanks dat het vaak wel helpt, zakken ze helaas iedere keer weer heel langzaam terug in hun oude, vooral makkelijke, gewoonten. Aangezien de telefoon een van de belangrijkste attributen is geworden ben ik het aan die kant gaan zoeken. Ineens wist ik het. Ik maakte een groepsapp aan met een toepasselijke naam: ‘Help, de werkster is dood’ en nodigde mijn bloedverwante vrienden uit. Juist omdat ik bijna nooit weet van wie een achteloos achtergelaten bord of pizzadoos is maak ik een foto en gooi ‘m in de groep. Eronder de bijpassende tekst: ’wie de schoen past’. Het werkt. Ieder bord, caprisonne verpakking, leeg Haribo zakje en aangekoekte vla schaal verschijnt in beeld. Er wordt om gelachen maar ook aan gewerkt. Ik kom er niet meer aan. Ik maak alleen de foto’s, that’s all. Het is geen onwil en dat wist ik ook wel. De bewustmaking blijkt voldoende. Gisteren werd de groepsafbeelding door een van de mannen aangepast. Een wazige foto van een uitvaart compleet met kist. Toen ik thuiskwam stond er een bos bloemen op tafel, met tussen de plastic verpakking een stijlvol kaartje. ‘Gecondoleerd. We zijn er voor je’.