Als ik de nieuwsberichten even snel doorloop kom ik een bericht tegen. Een bericht uit een verscheurd hart waar ik een zenuwachtig onderbuikgevoel van krijg. Het betreft de kleine Donny. Iedereen kent hem en iedereen weet het nog. Het raakt me vol, elke keer weer. Temeer omdat ik zelf ook vier kinderen rond heb lopen en fietsen. Natuurlijk. Mensen komen en gaan, ik weet het. Maar iedereen heeft moeite met het verlies van een dierbare. Altijd te vroeg. Soms onbegrijpelijk vroeg. Sommigen met en anderen zonder de kans op een waardig afscheid. Ik weet niet wat erger is en waarvoor ik zou kiezen als het kon. Het waarom zullen we nooit weten en kunnen begrijpen. Het blijft gruwelijk oneerlijk. Mijn vader verliet ons moedig strijdend tegen het smerige Alzheimer. Een oneerlijke, verterende en veel te lange strijd. Niet te begrijpen waar hij dat aan verdiend heeft. Afgelopen weekend zie ik mijn zoon over het starthek gaan. Ik volg ‘m zover als ik kijken kan met mijn hart in mijn handen. Ik moet er niet aan denken maar natuurlijk flitst het wel eens door je hoofd. Het heeft niet zozeer met de cross te maken, want als ik m’n kinderen hier de straat uit zie fietsen bekruipt me hetzelfde gevoel. Als ik ze vastheb denk ik automatisch aan de mensen die iemand moeten missen. De leegte. Die mensen wens ik veel kracht. Kracht die ze moeten putten uit de mooie herinneringen. De kracht om het mooie van het onberekenbare leven te blijven zien, ook voor degenen die achterblijven. Als dat dan nog mogelijk is. Ik weet het niet…