Mijn moeder is zuinig. Niet omdat ze toevallig in Zeeland geboren is, maar meer omdat haar generatie eigenlijk niet beter weet. Bewust van wat ze heeft en daarmee tevreden kunnen zijn. Ze let dus goed op de uitgaven die ze doet tijdens de boodschappen. Een huis- of B merk is echt zo slecht nog niet, dus maakt ze daar dan ook gretig gebruik van. River Cola, Duitse vleeswaren van een onduidelijk merk en meer van dat soort lekkernijen. Ook gooit ze zelden wat weg. ‘Vroeger stond en niet eens een houdbaarheidsdatum op’, zegt ze dan bijna boos. De oude stempel, je weet wel. Toch is de pindakaas een uitzondering op deze regel. Ze vindt eigenlijk dat er maar één echte pindakaas is en dat is die van Calvé. Dagelijks smeert ze buiten de hele boel onder met het bruine goedje. ‘Haar vogels’ vinden dat namelijk heerlijk. Grote groepen komen er dagelijks hun hongerige snavel mee volstoppen en daar geniet ze van. Ze zit tegenover me aan de eettafel met haar poes over haar arm en staart verliefd naar buiten. Als geboren Zeeuw denk ik nog even kort aan de drie potten per week en het eventuele prijsverschil met een ander merk, maar ik zeg niks. Geluk heeft niet zoveel met geld te maken…