Niet heel vaak weet ik mijn dromen nog na te vertellen, maar ‘heb er 1 die vrij regelmatig terugkeert. Het is een leuke, in ieder geval voor mij omdat het ook echt een droom van me is. In die droom zit ik in een auto, en wat voor een. Begrijp me goed, ik geef helemaal niks om auto’s in het algemeen, maar wel om 1 auto in het bijzonder. Zolang ik me kan herinneren ben ik helemaal leip van een Porsche 911. Dat model, die lijnen, dat tijdloze. Je kan er voor mij alles naast zetten, het doet me werkelijk niks, maar de 911, die twee bollingen van de koplampen, dat geluid achter je. Dan droom ik dat ik rondrij en iedereen naar me kijkt, ik in mijn eigen Porsche. Het rare is ook dat ik droom dat ik op dat moment denk, nu is het een keer geen droom, nu is het echt en hij is van mij. Ik droom dan dat mijn droom werkelijkheid is geworden en dan ben ik zo gelukkig. Iedere keer word ik weer , een beetje triest, wakker en besef dat mijn onderbewustzijn me weer eens voor de gek gehouden heeft. Het rare is dat ik er nooit in wil willen rijden, alleen als het mijn eigen 911 is. Ooit, jaren geleden, was een vriend van me van plan zo’n apparaat voor me te huren, ter ere van mijn verjaardag, maar om een of andere reden ging dat niet door en achteraf ben ik er alleen maar blij om. Dan had ik er mee moeten rijden, terwijl ik het eigenlijk niet wilde. Het heeft gewoon zo moeten zijn denk ik dan maar. Vreemd is ook wel dat m’n maatje, en ex zwager, er eentje heeft, een cabrio. Buiten het feit dat ik sowieso nooit een cabio zou willen hebben, van welk merk dan ook, omdat het vaak ten koste gaat van de originele lijn, blijft het een waanzinnig mooie auto. Hij kent mijn passie in deze en heeft me dan ook al vaak de sleutel willen geven, puur omdat hij het me gunt. Ik zal alleen nooit het ultieme gevoel hebben, zoals hij dat wel heeft, omdat ik hem gewoon weer in moet leveren aan het eind van de rit. Dat is dus het gevaar, want ik denk dat ik hem gewoon niet meer terug zou brengen. Ik waardeer het van hem, vind het zelfs lief, maar doe het niet, nooit! Ik zal er nooit een hebben, nooit een kunnen betalen en er dus nooit in rijden, maar daar heb ik vrede mee. Het is een droom, een echte, en moet het ook blijven. Maar als ik m’n droom weer eens beleef moet je me zien zitten, trots, in mijn eigen 911