Twee van mijn jongsten (8 en 11) hebben een I pod. Een leuk ding met veel mogelijkheden die ze ook gevonden hebben. Het zit volgepropt met de mafste, onzinnige games. Ik kijk, vaak ter controle, wel eens heel even mee, maar begrijp er, gelukkig, helemaal niks van. “Kijk ’s pap, wat ik heb gemaakt”, en een van m’n mannen laat me een gebouw zien, dat hij zelf steen voor steen opgebouwd schijnt te hebben. Niet boeiend dus, voor mij althans en kijk met een half oog naar de tv en lieg als ik tegen hem zeg dat ik het helemaal geweldig vind. Als ik ze vraag een boterham te komen eten zie ik Storm (8), met zijn I pod stevig in zijn linkerhand, aan tafel schuiven. Hij pakt een sneetje, maakt de boterpot open met één hand en terwijl hij probeert wat boter aan zijn mes te krijgen schuift het kuipje tegen een schaal aan en krijgt hij wonderwel toch wat boter aan zijn mes. Al smerend schuift vervolgens de boterham van zijn bord en ik zie dat hij heel moeilijk de keuze kan maken, die ik dan vervolgens maar voor hem maak. Nauwlettend worden de twee ondingen in de gaten gehouden, die ik “ingenomen” heb en nu ik er op let maak ik mezelf wijs dat er ook minder gegeten wordt. Als ik iedereen zover heb gekregen dat we naar de voetbal kunnen vertrekken staan ze klaar met in de ene hand een tas, en in de andere het “tweede leven”. Ineens wordt het me duidelijk, en eigenlijk nu pas zie ik de verslaving van de boys. Ik besluit dat ze de I pod’s vandaag niet nodig zullen hebben en met een gezicht alsof ik ze een straf opgelegd heb leggen ze het ding op de tafel en lopen schuin kijkend naar de deur, alsof ze een laatste groet brengen aan een overleden dierbare.
Als je niet meer zonder kunt ben je verslaafd, dus…