Ooit gaan we dood. Allemaal.
Dood. Het woord heeft iets tragisch, maar dat is het natuurlijk niet altijd. Er zijn genoeg mensen die een mooi en rijk leven hebben gehad, oud worden en vervolgens rustig inslapen. Mijn opa was er zo eentje. Als je met een leeftijd van rond de negentig mag gaan, en je weet het allemaal nog, heb je het goed gedaan. Zeker, het ligt niet altijd aan jezelf of hoe gezond je leeft. Er zijn teveel voorbeelden van ziektes en tragische ongelukken. Mensen die te vroeg gaan, veel te vroeg. Ik kan niks met “je gaat als het je tijd is”. Da’s een dooddoener waar ik me niet aan op kan trekken. Als dat zo is heb ik nog wel een paar vragen waar “ze” waarschijnlijk geen antwoord op hebben. Mooi is wel dat je niemand vergeet. Iedereen laat wel wat achter op de een of andere manier. Sommigen in geld of spullen, maar de meesten in mooie en minder mooie herinneringen. Ook ik heb een aantal mensen moeten laten gaan die ik nooit vergeten zal. Altijd zijn er momenten dat je aan iemand moet denken. Altijd komt iemand wel weer een keer ter sprake. Mensen blijven voortleven in je gedachten door de dingen die ze vertelden, de dingen die ze deden. Iedereen laat iets achter en dat is een fijn gevoel. Zonder het nu te beseffen zal er altijd nog aan je gedacht worden, en over je gesproken worden. Hoe je herinnerd zal worden heb je natuurlijk voor een groot deel zelf in de hand. Je hoeft niet perse een boek te schrijven of een film te maken. Je hoeft niet perse stinkend rijk te zijn geweest, dat is echt niet nodig. Leef op je allerbest en geef zoveel mogelijk voorbeelden mee aan mensen om je heen. Vooral aan de jeugd.
Zorg er voor, ook als je onverhoopt te vroeg deze bol zou verlaten, dat mensen je waarderen om wie je was en wat je deed. Dat ze kunnen zeggen, “het is misschien niet allemaal gelukt, maar hij heeft het wel geprobeerd”. Dat ze weten dat je geleefd heb, en er alles hebt uitgehaald hebt wat er voor jouw gevoel in zat.
Leef! Geniet, en volg iedere slag van je hart.