Na mijn scheiding werd ik om de twee weken bedolven onder kinderen. Drie stuks met de inmiddels verworven “tuig” status stormden dan mijn vertrouwde rustige huisje binnen. Een invasie. Invasies van liefde en mooie verhalen. School met de daarbij behorende “rotmeesters” en pesterijen. Maar ook mooie cijfers namen ze mee. Vreemd vond ik altijd dat ze zo snel groeiden in twee weken tijd. Ook leken ze in een heel rap tempo verschikkelijk wijs te worden. Ik miste veel dus, dat was me al snel duidelijk. Het gaat allemaal al zo vlug en dan dit. Soms kreeg ik het gevoel of dat ze met “zevenmijlslaarzen” vooruit sprongen. Met angst zag ik ze dan al bij me komen om mijn auto te lenen, “we gaan op stap pap”.
Zover was en is het gelukkig nog lang niet. Ze zijn 11, 8 en 6 dus ik heb nog even. Gelukkig maar. Moet er echt nog niet aan denken dat m’n jongste (dochter) met een kerel aan komt zetten. “ja maar pap, hij houdt van me. Anders zegt hij dat toch niet?”. Brr, krijg het ineens koud. Misschien is het wel een voordeel dat ze opgroeit tussen twee jongens. Het maakt haar netjes gezegd een “pittige dame” en dat zou ze nog wel eens hard nodig kunnen hebben in haar nabije toekomst. Ik het begin was het best een beetje lastig allemaal. Ik woonde tijdelijk bij een vriend in huis om even op adem te komen en nieuwe plannen te maken. Sterre hing toen nog veilig in een maxi cosy, compleet met een tas luiers en melkflesjes. Wat ik vooral een moeilijke aanpassing vond was het ritme van alles. Wanneer een fles en wanneer naar bed. Vooral omdat er elke keer twee weken tussen zat was dat omschakelen geblazen iedere keer.
Ik hoorde laatst een “lotgenoot” zeggen: “nee ik kan niet mee, dan zit ik met de kinderen” en dat klonk heel raar. Ik “zit” nooit met de kinderen. Het is vooral geen last maar wel heel zeker een lust. Heerlijk vind ik het en kroel ze dan ook regelmatig bijna van de wereld. Gelukkig kloppen ze af als het ze te veel wordt.
Ja, ik ben een “mensenmens” en vooral als het om kinderen gaat. Nu, na een jaar of vijf, ben ik nog steeds de koning voor mijn kinderen, maar hang steeds vaker half uit mijn troon. Dingen worden duidelijk en komen uit. Het paard van Sinterklaas loopt echt niet over de daken. Baby’s komen niet uit de kool en hangen toch zeker niet in een doek aan een ooievaar te bengelen. Er bestaat geen “eetjebordleeg” politie en zonder je korstjes op te eten kun je gewoon fluiten. Geen enkel probleem. De bel van de visboer blijkt dan ook nog eens de bel van de ijsboer te zijn. De groei van je eigen bloed in lichaam en brein te mogen meemaken is geweldig. Enerzijds moeten ze niet te snel ouder worden, anderzijds ben ik dan weer benieuwd naar wat ze gaan doen straks. Wat ze mee gaan brengen naar huis. Hoe ze in het leven zullen staan.
Mijn “alleroudste” zoon, uit een nog eerder huwelijk is daar een prachtig voorbeeld van. Een grote kerel van 23 die sinds een jaar of twee bij mij woont. Een fijne “gast” waar ik graag mee optrek. We drinken een biertje samen, praten onzin, maar ook discussiëren we de wereld naar een betere vorm. We verbazen ons over de manier waarop de wereld op dit moment geregisseerd wordt. De machteloosheid waarin we verkeren als het gaat om landsbesturing en het walgelijke misbruik van kinderen en dieren.
Aan het eind van zo’n praatavond kruip ik lekker in de bank met een goeie film of een boek. Hij meldt zich aan bij z’n peleton op zijn mega beeldscherm. Headset op en gaan. Alles voor vrede en vaderland. Gelukkig is hij de verslaving de baas en heeft een relaxte vriendengroep. Zo nu en dan komen ze even “chillen”. Ze spreken een eigen taal en ik moet soms moeite doen om het te kunnen volgen. Op deze manier blijf ik wel goed, en op alle fronten, op de hoogte van de hedendaagse perikelen. Deze “Black Ops koning” is de held van mijn drie kleintjes. Het mooie is ook dat hij bij het zien van de drie spontaan zijn spel staakt. Hij geeft zich over in zijn spel alsook aan de aandacht vragende kinderen. Hij voetbalt mee en bekijkt de “coole skills” van More en Storm. Meekijken naar K3 en alles is “chill” of “nietnormaalgaaf” . Met gepaste regelmaat en trots worden we er op geattendeerd dat er een “voorstelling” aan zit te komen. Sterre komt langs en verkoopt “fictieve” kaartjes voor natuurlijk zogenaamde euro’s. Ze doet een paar “bijna” handstandjes en smijt een hoepel door de kamer. Uiteindelijk eindigt ze met een wazige goocheltruc en wacht dan gespannen op de punten die wij haar geven. Alleen maar tienen natuurlijk en ze is de koningin te rijk. Handtekeningen na de voorstelling.
Wat ik ook heel apart vind zijn de uiteenlopende voorkeuren voor eten. Twee eten liever geen friet. Twee lusten geen mayo. Sterre lust van de een op de andere dag ineens geen pizza tonijn meer, wat eerder nog haar “lievelings” was. Koken kan ik wel maar ben absoluut geen “Jamie Olaver” en als er “herrie in de keuken” is, valt er iets kapot, meer niet. Een snelle, steeds gezondere pot lukt aardig. In 30 min klaar. Hoezeer ik mijn best ook doe, er is maar 1 gerecht waar ik ze echt blij mee kan maken. De grote verrassing. Het “Ooh pap alsjeblieeef” gerecht is niks meer dan broodjes vissticks met appelmoes. En dan graag op een bordje voor de tv indien moelijk. Zorgen doe ik graag, ben tenslotte een Kreeft. Eigenlijk is “zorgen voor” het mooiste dat je kunt doen.
Als “single dad” heb ik wel eens het idee dat ik ook een klein beetje moeder moet zijn. Een moeder kun je niet spelen, dat ben je of ben je niet. Het is geen kunstje of een typetje. Het is een band die door niks en niemand te vervangen is, ook niet door de vader. Ik merk wel dat dit iets is wat ze wel eens missen als ze wat vaker of langer bij me zijn. “Ik mis mama” hoor ik wel eens van m’n jongste. Aan de ene kant bekruipt me dan een egoïstisch gevoel terwijl ik aan de andere kant heel goed weet dat haar uitspraak helemaal niets heeft te maken met de liefde voor mij.
Als vrijgezel kom je natuurlijk In de loop der jaren nog wel een paar liefdes van je leven tegen. Met alle respect voor de verschillende soulmates merk ik aan mezelf dat ik het alleen eigenlijk ook wel heel erg naar mijn zin heb. Gevaarlijk naar m’n zin misschien wel. In tegenstelling tot vroeger hoeft het allemaal niet perse meer. “Het licht” heb ik niet gezien maar wel iets wat er op lijkt. Berusting misschien wel.
Als ik terugdenk komt dat waarschijnlijk omdat ik een aantal jaren niet heb geleefd zoals ik eigenlijk ben en gewild had. Een brevet gehaald voor automatische piloot met oogkleppen. Ik leg daarbij geen schuld bij mijn ex. Dat is iets wat ik voornamelijk aan mezelf kan wijten. Ik ben, in het leven dat ik leidde, of leed, niet altijd eerlijk geweest over mijn gevoelens, ook niet naar mezelf. Onze discussies stierven door wederzijds onbegrip meestal een geruisloze dood. Gewoon niet meer over praten. Of onderin de la. Uit het zicht, weg is weg.
Ben niet van team gewisseld en ga nog steeds graag met vrouwen om. Op dit moment heb ik gewoon het gevoel (nog) niet dat ik samen met iemand oud(er) moet worden. Het “alleen overblijven” is voor mijn gevoel grote onzin. Dat is een gevoel wat je ook heel goed zou kunnen hebben in een slepend huwelijk. Je blijft nooit over.
Zonder partner leven of echt alleen zijn, het zijn twee hele verschillende dingen en daar ben ik me goed bewust van. Ik ben nooit eenzaam. Ook niet als mijn kinderen bij hun moeder zijn. Kan goed alleen zijn en genieten van alles om me heen. Ik ben nog steeds bevoorrecht met een goede gezondheid en geweldige, beetje dwaze kinderen die lichamelijk niets mankeren . Alles vindt z’n weg, met hier en daar een “leerhobbel”. Iedere dag ben ik daar weer dankbaar voor. Ik weet heel goed dat het morgen allemaal ineens anders kan zijn en aangezien ik dat helaas al een keer mee heb moeten maken, geniet ik nu. Volle bak.
Een blije vrijgezel ja zeker! En slaat de bliksem in zonder dat ik daar echt flink voor opzij moet stappen dan merk ik dat wel en zal ik daar met volle teugen van genieten.
Tot die tijd sta ik niet stil.
Ik kijk goed rond en geniet dankbaar, ik leef…