Soms wil je niet meer, en is het zo zwaar,
je lichaam is moe en je bent ook nooit klaar.
Je mag bijna niks en je moet nog zoveel,
geen tijd voor genot, een saai ritueel.
Kinderen vragen en kinderen doen,
geen man aan je zij, geen knuffel of zoen.
Geen auto, de fiets dan, soms moet je te voet,
maar toch blijf je sterk en doet wat je moet.
Soms wil je niet meer, en is het zo zwaar,
je lichaam is moe, maar ooit ben je daar.
Dan mag je van alles en moet je niks meer,
genieten en pluk je de dag telkens weer.
Je zit in de zon met de kat op je mouw,
je kinderen komen en zorgen voor jou.
Dan pluk je de vruchten van je harde bestaan,
En mag je heel trots zijn op wat jij hebt gedaan.